Artikel 1: De biljartkampioenschappen worden georganiseerd door biljartvereniging Z.O.C.B.C..
Artikel 2.1: Iedere inwoner uit Zeeland, vanaf 16 jaar oud, kan deelnemen aan het toernooi. Leden van een Zeelandse biljartvereniging mogen ook deelnemen aan het toernooi.
Artikel 2.2: In overleg met het bestuur, is er de mogelijkheid dat jongere deelnemers ook mee mogen doen.
Artikel 3.1: Elke deelnemer is verplicht zijn inschrijfformulier compleet in te vullen.
Artikel 3.2: Een nieuwe deelnemer is verplicht een gemiddelde op te geven. Bij geen opgave wordt deelname uitgesloten. Bij terugkerende deelnemers wordt het gemiddelde bepaald aan de hand van de resultaten van de afgelopen twee kampioenschappen.
Artikel 3.3: Als de deelnemer twee of meer jaren niet heeft deelgenomen, dan wordt deze deelnemer beschouwt als een deelnemer die voor het eerst deelneemt.
Artikel 3.4: Speelt een speler 10,000 gemiddeld of hoger wordt deze ingedeeld en speelt hij/zij het speltype ‘kader’. Het kader gemiddelde is 60% van het libré gemiddelde.
Artikel 3.5: Bij inschrijving dient men aan te geven of men bereid is te tellen en/of schrijven. Bij geen keuze wordt er vanuit gegaan dat men bereid is te tellen en/of schrijven.
Betalen
Artikel 4: Het inschrijfgeld dient voor aanvang van de eerste wedstrijd voldaan te worden aan de jurytafel.
Toernooi verloop
Artikel 5.1: Het toernooi bestaat uit 8 poules. Waarin door iedere speler 3 poulewedstrijden gespeeld worden ongeacht het resultaat van winnen of verliezen.
Artikel 5.2: De indeling van de poule wordt bepaald a.d.h.v. behaalde gemiddeldes van de afgelopen twee toernooien. De complete spelerslijst wordt opgedeeld in 8 evenredig verdeelde poules a.d.h.v. het aantal inschrijvingen gebaseerd op de gemiddeldes van laag naar hoog gesorteerd. Echter altijd met een even aantal deelnemers in de poule. In de bijlage vindt u een voorbeeld van een pouleindeling.
Artikel 5.3: Bij een niet evenredig te verdelen aantal deelnemers, wordt gezocht naar het grootste aantal evenredig te verdelen deelnemers. De overige deelnemers worden in tweetallen aan de poules toegevoegd, beginnend bij poule A.
Artikel 5.4: Bij een oneven aantal deelnemers aan het toernooi wordt er een figurant ingezet. De figurant zal altijd spelen in poule A.
Poulewedstrijden
Artikel 6.1: De poulewedstijden worden volgens een vast schema afgewerkt.
Artikel 6.2: De lengte van de poulewedstrijden is 20 beurten. De volledige 20 beurten worden altijd gespeeld. Uitgezonderd de poulwedstrijden in poule H, hier is de lengte 15 beurten.
Artikel 6.3: Aan de hand van het gemiddelde van de speler wordt een streefaantal te maken caramboles bepaald. Tijdens de poulewedstrijd krijgt de speler 1 wedstrijdpunt voor iedere behaalde 10% van het streefaantal te maken caramboles, in de vooraf bepaalde aantal beurten.
Artikel 6.4: Het streefaantal voor de poule wedstrijden is het gemiddelde van de speler keer 20, naar beneden afgerond op gehele getallen. Voorbeelden:
Gemiddelde van 0,72; Streefaantal is 20 x 0,72 = 14,4 → 14 caramboles
Gemiddelde van 1,59; Streefaantal is 20 x 1,59 = 31,8 → 31 caramboles
Finalewedstrijden
Artikel 7.1: Uit iedere poule gaan de 2 beste door naar de finalewedstrijden. Dit wordt bepaald a.d.h.v. de behaalde wedstrijd punten.
Artikel 7.2: Aan de finalewedstrijden kunnen niet deelnemen degene die voor het eerst deelnemen en 20% of meer boven hun opgegeven gemiddelde hebben gespeeld na de drie voorwedstrijden.
Artikel 7.3: Wanneer een of meerdere spelers met een gelijk aantal wedstrijdpunten eindigen, dan beslist het hoogste procentuele gemiddelde t.o.v. aanvangsgemiddelde. Indien het daarna ook nog gelijk is dan beslist de hoogste serie respectievelijk steunserie(s).
Artikel 7.4: De finale wedstrijden worden a.d.h.v. onderstaand speelschema gespeeld. De plaatsing van de poulenummers 1 en 2 wordt bij aanvang van het toernooi bepaald d.m.v. loting. Het schema van de finalewedstrijden wordt op de eerste speelavond bekend gemaakt.
Artikel 7.5: De finale wedstrijden worden gespeeld op basis van een per speler vastgesteld aantal te maken caramboles. De finalewedstrijd is afgelopen als een of beide spelers het te maken aantal caramboles gehaald heeft.
Heeft een speler een beurt meer gebruikt dan de andere speler, dan heeft de andere speler recht op de gelijkmakende beurt. Bij gelijkspel wordt er telkens met drie beurten verlengd.
Artikel 7.6: Het te maken aantal caramboles voor de finale wedstrijden wordt als volgt bepaald: Het behaalde gemiddelde van de poulewedstrijden keer 15, naar beneden afgerond op gehele getallen.
Artikel 8.1: Wanneer een speler niet minimaal 15 minuten voor aanvang van de wedstrijd aanwezig is, om zijn of haar poulewedstrijden te spelen, dan wordt die wedstrijd als verloren beschouwd deze deelnemer krijgt 0 wedstrijdpunten voor deze wedstrijd. Voor de tegenstander wordt ter plekke een figurant ingezet.
Artikel 8.2: Wanneer een speler niet tijdig aanwezig is om zijn of haar finalewedstrijd te spelen, wordt de wedstrijd als verloren beschouwd de tegenstander gaat automatisch verder naar de volgende ronde.
Artikel 8.3: Alle wedstijden worden door arbiters geleid en door schrijvers genoteerd. Deze personen worden door de organisatie ingedeeld. De beslissing van de arbiters is bindend.
Artikel 8.4: Wanneer de arbiter vind dat er teveel rumoer in de zaal is ten tijde van een wedstrijd, is deze gerechtigd de zaal tot stilte te manen.
Artikel 8.5: Het dragen van sieraden en horloges welke de biljarttafel kunnen beschadigen, is tijdens de wedstrijden verboden.
Artikel 8.6: Voor elke wedstrijd kan iedere speler maximaal drie minuten inspelen.
Artikel 8.7: Degene die als eerste vermeld staat in het wedstrijdprogramma start met de acquitstoot en speelt de gehele poulewedstrijd met de ongemerkte witte bal. Bij finalewedstrijden wordt voor elke wedstrijd aan de hand van de zogenoemde ‘trekstoot’ bepaald wie als eerste de wedstrijd begint.
Artikel 8.8: Neemt een speler de verkeerde bal dan zal de arbiter dit aangeven bij het maken van de carambole met ‘verkeerde bal’ en is de beurt aan de tegenstander. De tot dan toe gemaakte caramboles worden genoteerd. Alléén de tegenstander mag de speler voor het maken van de carambole aangeven dat hij met de verkeerde bal gaat spelen.
Artikel 8.9: Bij de beginstoot moeten de ballen in een driehoek worden opgezet en direct van rood worden gespeeld.
Artikel 8.10: Bij het einde van de wedstrijd moeten voor de gelijkmakende beurt de ballen door de arbiter in de beginpositie worden geplaatst.
Artikel 8.11: Ligt de speelbal vast aan een of beide aanspeelballen dan heeft de speler de keuze uit: oftewel de beginstoot of de speelbal losspelen van de vastliggende bal(len).
Artikel 8.12: Springt een bal uit het biljart dan wordt de bal schoongemaakt en moet altijd worden vervolgd met de beginstoot. Een eventuele gemaakte carambole wordt niet geteld en de beurt is aan de tegenstander.
Artikel 8.13: Hoekbeperking: in de zogenaamde verboden zone mogen, wanneer beide aanspeelballen in het vak liggen, twee caramboles worden gemaakt met als voorwaarden dat bij de tweede carambole minstens een aanspeelbal uit het vak moet worden gestoten.
Artikel 8.14: Bij afstoot moet minstens één voet contact hebben met de vloer, uitzonderingen in
overleg met de organisatie.
Artikel 8.15: Bij aanvang elke partij worden de ballen vooraf gepoetst door de arbiter.
Artikel 8.16: Wanneer een speler met het spel bezig is zit de tegenstander op zijn plek en stoort zijn tegenstander verbaal niet.
Artikel 9.1: Op die punten waarin het reglement niet voorziet beslist de organisatie van de kampioenschappen.
Artikel 9.2: deelname aan het toernooi geeft automatisch toestemming voor het vrijgeven van foto’s en filmbeelden die betrekking hebben op het toernooi i.v.m. de privacywet.